Selecteer een pagina

Uitleg: Constante en variabele kosten

Een ondernemer krijgt te maken met verschillende soorten kosten. Lonen, huurkosten, promotiekosten enzovoort. Er zijn kosten die je altijd maakt ongeacht of je iets verkocht of gemaakt hebt maar er zijn ook kosten die je alleen hebt, indien je iets gemaakt hebt.

In deze les ga je leren dat je kosten kan onderverdelen in constante en variabele kosten. Op basis van deze indeling kun je dan een kostentarief en kostprijs berekenen.

We behandelen twee soorten kosten:
1). Constante kosten
2). Variabele kosten

Voorkennis

Om deze les goed te volgen weet je:
→ Wat »kosten zijn

Begrippen:

Constante kosten

Constante kosten zijn kosten die niet afhankelijk zijn van geproduceerde of verkochte hoeveelheid. Je noemt dit volumeonafhankelijke kosten.

Voorbeeld:
stel, je bent gespecialiseerd in het drukken van exclusief promotiemateriaal. Je hebt hiervoor een speciale drukmachine geleased (een mooi woord voor huren). Je betaalt hiervoor elke maand € 500. Of je nu 5.000 of 0 stuks promotiemateriaal gemaakt hebt, heeft geen invloed op de leaseprijs van € 500.

Variabele kosten

Dan de andere kant, variabele kosten: Dit zijn kosten die afhankelijk zijn van de geproduceerde of verkochte hoeveelheid. Je noemt dit ook wel volumeafhankelijke kosten. Bijvoorbeeld: De financiële man van jouw drukkerij heeft berekend, dat als de drukkosten per stuk € 2,00 bedragen. Schematisch ziet dit er dan als volgt uit:

Let op: In dit voorbeeld zijn de variabele kosten proportioneel. Een mooi woord voor recht evenredig. Er zijn ook progressief en degressief variabele kosten. In het volgende schema zie je de verschillen.

Kosten bij … stuksProportioneelDegressiefProgressief
1 stuks€ 10€ 10€ 10
1.000 stuks€ 10.000
(€ 10,- p/s)
€ 9.500
(€ 9,50 p/s)
€ 10.200
(€ 10,20 p/s)
10.000 stuks€ 100.000
(€ 10,- p/s)
€ 90.000
(€ 9,- p/s)
€ 110.000
(€ 11,- p/s)